zondag 25 juli 2010

Alex Higgins : The Hurricane

De Noord-Ierse snookerspeler Alex Higgins is op 61-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van keelkanker. Higgins werd in 1949 geboren in Belfast waar hij op 11-jarige leeftijd in een plaatselijke pub begon met snookeren. Al snel kwam zijn gigantisch talent aan de oppervlakte. Op 16-jarige leeftijd reeds maakte hij zijn eerste '147', de maximumbreak. In 1972 werd hij professional en nam hij voor het eerst deel aan het wereldkampioenschap. Dit werd meteen een gigantisch succes: hij won het toernooi door in de finale John Spencer te verslaan met 37-32 en zodoende op dat moment als 22-jarige de jongste wereldkampioen ooit te worden.

Ondanks zijn ongebruikelijke keu-actie (met veel bewegingen van het lichaam die helemaal niet waren zoals het volgens het boekje moet) was hij echter bijzonder efficiënt in het potten van ballen en bovendien deed hij dat aan een bijzonder snel tempo, dit in tegenstelling tot zijn tijdgenoten die stuk voor stuk tergend traag speelden. Hierdoor kreeg Higgins de bijnaam 'The Hurricane'. Zijn gezwinde manier van spelen gecombineerd met zijn uitermate charismatische persoonlijkheid maakten Higgins al snel enorm geliefd bij de toeschouwers. Het publiek identificeerde zich met de Noord-Ierse man van het volk die naast de snookertafel constant stond bier te zuipen en sigaretten te paffen (wat trouwens ook de regel was in die dagen vermits de tabaksfabrikanten de hoofdsponsors waren van alle toernooien en de spelers dan ook gretig aanzetten om zoveel mogelijk te roken.) Hij was een publiekstrekker die de sport miljoenen nieuwe fans bezorgde en werd de ongekroonde zogenaamde 'people's champion'. In deze rol zou hij trouwens later opgevolgd worden door latere crowd favourites als Jimmy 'The Whirlwind' White en Ronnie 'The Rocket' O'Sullivan. Die laatste zei over Higgins: "The way he played at his best is the way I believe the game should be played. It was on the edge, keeping the crowd entertained and glued to the action."

Higgins absolute moment de gloire kwam er in 1982 toen hij voor de 2de keer wereldkampioen werd. In de finale won hij met 18-15 van zijn grote rivaal, de snookerlegende Ray Reardon. Maar het was vooral de halve finale tegen een jonge Jimmy White die de snookergeschiedenis inging. In het voorlaatste frame stond Higgins op de rand van de uitschakeling om vervolgens een 69-break te maken die volgens de meeste kenners de beste break is die, vooral gegeven de extreme druk van de omstandigheden, ooit werd gemaakt. Naast zijn twee WK-zeges was Higgins tijdens zijn carrière ook twee keer verliezend finalist op het WK en won hij ook nog een reeks andere belangrijke toernooien.

Na 1982 ging het met Higgins bergaf. Hij was altijd al een hevige drinker geweest tijdens de wedstrijden maar nu stond hij vaak zat aan tafel. Tussen frames door ging hij in het toilet geregeld een lijntje coke snuiven. Hij begon zijn imago van rebel en 'bad boy of snooker' echt wel te verzilveren toen hij een referee een kopstoot verkocht aan tafel en enkele jaren later een toernooidirecteur een boks in de maag uitdeelde. Daarnaast bedreigde hij zijn Noord-Ierse teamgenoot Dennis Taylor tijdens een landenkampioenschap met de dood. Na een eerste scheiding liep ook zijn tweede huwelijk op de klippen. Goeie resultaten aan in toernooien waren schaars geworden. Toch bleef Higgins onveranderd populair bij de snookerfans.

The Hurricane zal herinnerd worden als één van de meest getalenteerde snookerspelers uit de geschiedenis en als de man die het stoffige karakter van de sport oppoetste en er een hele lading nieuwe fans verknocht aan maakte. Zesvoudig wereldkampioen Steve Davis drukte het als volgt uit: "He was a rebel. But to the wider public he was a breath of fresh air that drew them into the game. He was an inspiration to my generation to take the game up. I do not think his contribution to snooker can be underestimated."

Alhoewel Higgins tijdens zijn carrière meer dan 3 miljoen pond had verdiend, was hij bijna constant blut en leefde hij in zijn latere jaren een armoedig bestaan. Het grootste deel van zijn geld had hij verloren door te gokken op paardenraces, en daarnaast had hij ook genoeg poen gespendeerd aan alcohol, drugs, vrouwen of anderszins gewoon verbrast. De vergelijkingen met zijn vriend en stadsgenoot George Best waren alomtegenwoordig. Hij hield wel nog steeds erg veel van snooker, en speelde nog steeds exhibitiematchen tegen andere voormalige grootheden van de sport wanneer zijn gezondheid het toeliet. Daarnaast hing hij meestal rond in pubs in Belfast waar hij voor geld frames speelde tegen om het even welke caféganger die graag eens een frame wou spelen tegen de levende legende en er geen probleem mee had om uiteraard vrijwel steeds zijn geld kwijt te zijn aan de Noord-Ierse nationale held. In 1998 reeds was er bij Higgins slokdarmkanker en keelkanker vastgesteld. Het advies van zijn dokters om dringend te stoppen met roken sloeg de levenslange kettingroker in de wind. Alex 'Hurricane' Higgins stierf alleen op zijn sociaal appartementje in Belfast waar hij zaterdag dood werd aangetroffen in zijn zetel.

Hieronder die fameuze 69-break tijdens het voorlaatste frame van de halve finale op het WK 1982, algemeen beschouwd als de beste in de snookergeschiedenis.

dinsdag 20 juli 2010

Kwon Ho Ung, of : de Geliefde Leider duldt geen fouten

Als je bij ons in de politiek iets verkeerd doet, wordt je meestal gewoon niet meer verkozen, of krijg je een proces aan je been. In Noord-Korea worden zulke voorvallen iets kordater aangepakt. Denk maar aan Pak Nam-gi. En nu heeft de Geliefde Leider weer eens een beetje gekuist in de politieke elite. Noord-Korea is immers gesnoeid op Stalinistische leest, dus af en toe een zuivering oude stijl, dat kan geen kwaad, zo zal Kim Jong Il gedacht hebben.
En het nieuwste slachtoffer is Kwon Ho Ung. Hij was het hoofd van het diplomatisch corps dat verantwoordelijk is voor de herenigingsgesprekken met Zuid-Korea. De alwetende Kim Jong Il heeft dus onlangs besloten dat Kwon Ho Ung zijn werk niet goed gedaan heeft. Resultaat: een afspraak met het vuurpeloton.

De laatste tijd wordt er meer en meer aan van die shotgun-politiek gedaan in het Koreaanse socialistische paradijs. Pak Nam-gi en nu dus Kwon-Ho Ung zijn blijkbaar maar het topje van de ijsberg. In maart zijn er ook al twee tegen de muur gezet. In de jaren '90, toen het land ten prooi viel aan een massale hongersnood, was het afschieten van partijleden ook al populair. Kwestie van het volk duidelijk te maken dat de Partij aan het welzijn van het volk denkt. Het past ongetwijfeld allemaal in het Grote Plan van de Geliefde Leider.

maandag 19 juli 2010

David Warren : De zwarte doos

Als er tegenwoordig een vliegtuig naar beneden dondert, wordt er naarstig gezocht naar de zwarte doos van het neergestorte ding. Daar staan immers alle data op van wat er in het vliegtuig gebeurd is sinds het opgestegen - inclusief de gesprekken die in de cockpit gevoerd zijn. En dat hebben we aan David Warren te danken.
De Australiër werd in 1925 geboren op het Groote Eylandt, een eiland voor de kust van het Northern Territory. Hij was ineens ook het eerste kind van Europese afkomst dat op dat eiland ter wereld kwam. Zijn vader kwam in 1934 om het leven bij de vliegtuigcrash van Bass Strait.

In 1953 crashte de Comet, de eerste commerciële jet airliner. Warren onderzocht de crash en kwam al snel tot de conclusie dat het nodig was om niet alleen de instrumenten, maar ook de gesprekken tussen de piloot en de rest van de bemanning op te nemen. Tot dan waren alle opname-instrumenten slechts één keer bruikbaar en lazen ze alleen de instrumenten af. In 1958 had Warren zijn eerste prototype af. De zwarte doos was geboren.

Al snel bleek het ding van onschatbare waarde te zijn voor onderzoek naar vliegtuigongelukken. Niet alleen de gesprekken in de cockpit, maar ook de achtergrondgeluiden zorgden meer en meer voor doorbraken in onderzoek naar de oorzaak van een bepaald ongeluk.

Tegenwoordig is de zwarte doos standaarduitrusting. Het apparaat kan tegen een stootje: het kan een impact van 3.400 g aan (de standaardzwaartekracht is 1 g; vanaf 50 g is een doorsnee mens meestal de pineut) en een temperatuur van meer dan 1.000°C.

David Warren werd uiteindelijk 85.

zaterdag 3 juli 2010

Abu Daoud : De Olympische Spelen in München

In de vroege uurtjes van 5 september 1972, midden in de Olympische Spelen van München, werd er ingebroken in het Olympisch Dorp, waar de Israëlische delegatie overnachtte. Het waren 8 tot de tanden gewapende leden van de Zwarte September-Beweging, een splintergroepering van het Palestijnse Fatah van Yasser Arafat. Het grootste deel van het Israëlische team werd gegijzeld. De terroristen eisten dat Israël meer dan 230 Palestijnen vrij zou laten en eiste van de West-Duitse regering de vrijlating van de twee Duitse radicalen Andreas Baader en Ulrike Meinhof, de stichtende leden van de Rote Armee Fraktion. Om hun eisen kracht bij te zetten smeten ze het lijk van de worstelcoach Moshe Weinberg uit het raam. Die had hun eerder al aangevallen bij hun gijzelneming. De atleten waren immers allemaal reservisten in het Israëlische leger - van scherpschutters tot veteranen van de Zesdaagse Oorlog.

De West-Duitse regering poogde de Israëlis te bevrijden, maar die vlieger ging niet op: het resultaat van de hele gijzelactie, die op 6 september ten einde liep, was elf Israëlische doden en vijf van de terroristen. De drie overlevende Palestijnen werden gearresteerd, maar later vrijgelaten toen Zwarte September een passagiersvliegtuig van Lufthansa kaapte. De overlevende gijzelnemers werden daarna genadeloos opgejaagd door de Mossad. Alleen Jamal al-Gashey leeft nu nog. De rest is het hoekje omgeholpen door de Israëlische veiligheidsdienst.

Het hele gebeuren herinnerde de wereld er nog eens pijnlijk aan dat er in het Midden-Oosten ook nog problemen waren. En dat was nu net de bedoeling van Abu Daoud. Daoud, geboren als Mohammed Oudeh, was het brein achter de hele operatie. De avond van 4 september had hij nog samen met de terroristen gaan eten in München, waar ze samen het plan nog eens overliepen.
Het plan was nooit om de atleten te vermoorden, benadrukte Daoud later in interviews (o.m. voor de film Munich van Steven Spielberg). Maar hun dood, daar had hij geen spijt van. Het waren tenslotte militairen. Het doel heiligt de middelen, aldus Daoud. Voor München waren we simpele terroristen, zo zei hij. Na München, ging iedereen zich ten minste afvragen wie ze waren en vooral waarom ze het gedaan hadden.

In 1999 erkende hij zijn aandeel in het bloedbad. Hij geraakte nooit meer terug in Ramallah, waar zijn familie nog leefde. Een dag nadat hij in Syrië was opgenomen in een ziekenhuis, overleed hij aan nierfalen. Abu Daoud werd 73.